Toen de voordeur dicht was bleek dat de collega's van de gesloten afdeling naast me de politie al gebeld hadden, en die vingen me min of meer op, maar wat voel je je smerig. Het was echt jaren geleden dat ik zoiets meegemaakt had, nog op gesloten en crisis. Ik heb een melding geschreven, geen aangifte, want het gaat om een zieke man, niet dat deze alles mogen, maar het is gecompliceerd. Wel had ik verwacht dat mijn direct leidinggevende die die melding tegenwoordig ook ontvangt er even naar gevraagd had. Maar mijn verwachtingspatroon blijkt ook hier weer te hoog te liggen.
Ik had er ondanks dat ik dacht er geen last van te hebben toch nog wel even last van afgelopen nacht. Ik dacht het van me afgepraat te hebben tegen Rose, maar het kwam in beeld toch nog een aantal keren terug vannacht. Niet bedreigend of iets dergelijks, maar toch wel dusdanig dat ik niet bepaald een uitgerust gevoel had bij het opstaan.
Nu is het hier bijna zover dat we beginnen met spelletjesavond. De persoon waar ik het over had eerder in het verhaal is tijdens het schrijven alsnog opgenomen in de separeer, dus die komt ons vanavond in ieder geval niet lastig vallen. En dan kan hij tenminste met behulp van medicatie gauw ook weer een beetje opknappen. Rose is vanavond naar een bijeenkomst van de Wereldwinkel. Het district is bij elkaar. Normaliter ga ik daarnaartoe, maar ik ben hier aan het werk en kan nu eenmaal niet op twee plaatsen tegelijkertijd zijn. Hier gaan we het gewoon gezellig maken. Een van de patiënten is druk bezig met het knippen van een medepatiënte, en gaat daarna tapas maken voor bij de spelletjesavond. Ik hou het hierbij. Het is gelukkig tot vrijdagmiddag mijn laatste dienst. Rose en ik gaan twee daagjes vrij vieren, en zijn daar aan toe. Voor nu gegroet. Tabéé.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten